Bedrijf

Melkveebedrijf van Geffen


Nieuwbouw


In 2013 hebben we besloten een bouwvergunning aan te vragen omdat er heel veel ging veranderen in de melkveehouderij. (Per 1 april 2015 is het melkquotum afgeschaft, wat wil zeggen dat er geen maximale hoeveelheid liters melk meer is die je mag leveren.) In december hebben we de knoop doorgehakt en zijn we gaan uitbreiden. De oude melkstal uit 1969, deze was al verbouwd tot jongveestal, wordt gesloopt en een nieuwe stal wordt gebouwd.


Met deze bouw staat dierwelzijn, duurzaamheid, milieu, arbeidsgemak en koecomfort hoog in het vaandel. In april 2015 zijn we zover dat we in het nieuwe gedeelte kunnen gaan melken.


Dierwelzijn


Veel licht, lucht (een geïsoleerd dak dus in de zomer lekker koel) en ruimte voor de dieren. Afkalfhokken op stro, een heerlijk zacht ligbed in de stal en een groene vlag vloer, deze vloer is emissie arm wat wil zeggen dat de ammoniakuitstoot wordt gereduceerd. De koe voelt zich relax en comfortabel in deze stal.

Foto mestrobot

In de stal is een mestrobot aanwezig . Voor de ammoniakuitstoot is het een must dat de vloer regelmatig wordt schoongemaakt om te voorkomen dat er te veel mest en urine op de roosters ligt. De mestrobot gaat vanaf zijn laadstation over de roosters en veegt zo alles in de put. Door middel van verschillende routes maakt hij de hele roostervloer schoon.

Arbeidsgemak


ij melken met melkrobots wat wil zeggen dat de koe zelf aangeeft wanneer hij gemolken wil worden. Dit melken gaat 24 uur per dag door. De boer hoeft alleen maar bij storingen te komen kijken en bij het robot onderhoud/schoonmaken.

De melkrobot is een geautomatiseerd melksysteem. Elke koe wordt gemiddeld 2.7 x per dag gemolken. Wanneer de melkgifte hoog is kan dit zelfs tot 4 x per dag zijn, als de melkgifte terugloopt kan dit nog maar 1 x per dag zijn.

Als de koe zich meldt in de robot, dan herkent deze de koe aan de halsband met transponder. De robot beoordeelt of deze koe gemolken mag worden. Er moet een minimale tijd tussen het vorige bezoek zitten. Is de koe nog “niet aan de beurt” dan moet hij de robot verlaten.Tijdens het melken krijgt de koe brokjes, dit is krachtvoer. Dit lokt de koe ook naar de robot. (je moet het als snoep zien) De hoeveelheid brok is afgestemd op de hoeveelheid melk die de koe per dag geeft. De melk wordt tijdens het melken gecontroleerd op geleidbaarheid. Als deze afwijkt kan dit duiden op gezondheidsproblemen. Dit wordt geregistreerd in de computer, net zoals het aantal liters per speen, zodat de boer de afwijkingen kan beoordelen.Als de koe gemolken wordt, worden eerst de spenen (tepels) van het uier voorbehandeld. Dit wil zeggen met water schoongemaakt en een straal melk wordt gemolken. Dit gaat de afvoer in want het kan vervuild (mest) zijn. Daarna wordt het melkstel per speen ondergehangen. Een laseroog kijkt waar de spenen zich bevinden. Het uier is opgedeeld in 4 gedeelte (kwartieren) met elk één speen. Als er één kwartier leeg is, dan komt er uit één speen geen melk meer en wordt deze melkbeker afgenomen. Dit kan per speen verschillen. Als het uier helemaal leeg is, gaat de poort open en kan de koe er uitlopen.

De eerste melk van de koe na afkalven, wordt ook wel biestmelk genoemd. Het is heel belangrijk dat het pasgeboren kalf hier van krijgt, dit ter voorkoming van ziektes,infecties en verhoging van de weerstand. Daarom wordt deze eerste melk, apart gedaan voor het pasgeboren kalfje.


Eens in de 3 dagen wordt de melk opgehaald door FrieslandCampina.

Daar wordt de melk verwerkt tot veel verschillende producten zoals melk, boter,

kaas, chocomel, Fristi, maar ook Dubbel Fris, babymelk, Mona toetjes en Valess.



Weidemelk


Zo gauw het weer het toe laat lopen onze koeien in de wei. Dit is meestal van mei tot oktober. Ze kunnen dan ook naar binnen om gemolken te worden.

Onze koeien hebben de vrijheid om te doen wat ze willen. Ze worden gemolken, kunnen eten en liggen wanneer ze zelf willen en dit 24 uur per dag 7 dagen in de week.

Van kalfje tot koe


Op ons bedrijf krijgt elke koe gemiddeld een kalfje per jaar. Alle vrouwelijke kalfjes, vaars of kueskalf , blijven. De mannelijke kalfjes, stiertjes, gaan na minimaal 14 dagen weg.


De kalfjes staan eerst in een eenlinghok, hier krijgen ze speciale aandacht en er is snel te zien als er iets is met het kalfje. De eerste dagen krijgt het kalfje biest. Deze melk is wat dikker en geler van kleur dan gewone melk. Na enkele dagen gaat het kalfje over op poedermelk.


Als het goed gaat met het kalfje, gaat zij in een groot strohok met meerdere kalfjes. Hier krijgen ze stro, muesli, water en 2 keer per dag poedermelk. Na 2 maanden wordt de poedermelk afgebouwd en krijgen ze alleen vast voedsel ( gras, mais mengsel en brok . Na 3-4 maanden gaan ze naar kleine ligboxjes.Als het kalf 1, 5 jaar is, en tochtig (vruchtbaar) wordt mag ze bij de stier. Na 9 maanden wordt haar eerste kalfje geboren. Na het kalven wordt de koe voor de eerste keer gemolken in de melkrobot.


3 Maanden na het kalven, wordt de koe weer tochtig dan wordt zij geïnsemineerd. Dit gebeurt dan door de KI.

6 Weken voor de verwachtte kalf-datum krijgt de koe een rustperiode. Ze gaat dan met zwangerschapsverlof. De melkafgifte is dan al flink gedaald en in deze 6 weken wordt de koe niet gemolken. Je noemt de koe dan ook droge koe.


De meeste bevallingen (90%) gaan vanzelf en behoeven geen hulp van de boer. Soms, als de bevalling te lang duurt, komt er hulp aan te pas. De boer en/of de dierenarts assisteert dan bij de bevalling. Heel af en toe komt het kalf met een keizersnede ter wereld.